Toetsingskader Wmo gemeente Smallingerland

Per 1 maart 2024 zijn er nieuwe contracten voor de Wmo maatwerkvoorzieningen van kracht in de gemeente Smallingerland. Deze contracten betreffen de uitvoering van Huishoudelijke Hulp (HH), Begeleiding Individueel (BI), Dagbesteding (DB) en Participatiegerichte Dagbesteding (PD) middels Zorg in Natura. Aan de uitvoering van deze ondersteuning zijn eisen gesteld. Deze eisen vloeien voort uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015), de gemeentelijke verordening en de contractuele afspraken.

Dit toetsingskader vat samen aan welke eisen de Wmo-ondersteuning in de gemeente Smallingerland moet voldoen. Het vormt de basis om met elkaar te werken aan kwalitatief goede ondersteuning en kwaliteitsontwikkeling, zodat de ondersteuning goed aansluit bij de ondersteuningsvraag van de inwoner.

Dit toetsingskader is ook beschikbaar als pdf-document.

Toezicht Wmo

Sinds de invoering van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) in 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de maatschappelijke zorg en toezicht hierop. Dit is dan ook de reden dat er in de gemeente Smallingerland toezichthouders zijn aangesteld die toezicht houden op de kwaliteit en de rechtmatigheid van de Wmo-ondersteuning. De wettelijke grondslag voor de toezichthoudende taak is beschreven in artikel 6.1, eerste lid van de Wmo1. De toezichthouder heeft bevoegdheden om zijn taak uit te kunnen voeren. De bevoegdheden staan beschreven in bijlage 1.

Toetsingskader

Om transparant te zijn over wat de toezichthouder toetst, hanteert de toezichthouder dit toetsingskader. Het toetsingskader bestaat uit vijf domeinen:

  • Individueel plan
  • Kwaliteitssysteem
  • Veiligheid
  • Medewerkers en vrijwilligers
  • Rechtmatigheid

Elk domein is uitgewerkt in een aantal onderdelen en elk onderdeel bestaat uit een aantal toetsingscriteria.

De toezichthouder hanteert verschillende instrumenten om de voorwaarden te toetsen, waaronder interviews met cliënten en medewerkers, praktijkobservaties en onderzoek van personeels- en cliëntdossiers. Doordat de toezichthouder naast het toezicht op de kwaliteit van de Wmo ook belast is met het houden van toezicht op de rechtmatigheid, is ook hiervoor een domein toegevoegd aan het toetsingskader. Afhankelijk van de onderzoeksvraag die er ligt, zal de toezichthouder de kwaliteitseisen en/of de rechtmatigheid seisen toetsen. De toezichthouder kan zowel proactief als reactief toezicht houden.

Toetsingskader HH, BI, DB en PD

Individueel plan

 

Kwaliteitscriterium

Operationele eisen

Waar terug te vinden

1.1

Iedere cliënt heeft een persoonlijk begeleidingsplan.

  • De aanbieder kan aantonen dat iedere cliënt een begeleidingsplan heeft.
  • De aanbieder kan aantonen dat het begeleidingsplan zo snel mogelijk wordt opgesteld en binnen 8 weken na ontvangst van de dienstverleningsopdracht wordt verstuurd naar Gemeente/Carins.

2.1.1

administratieprotocol

1.2

De cliënt heeft de regie over zijn ondersteuningsbehoefte.

  • De aanbieder kan aantonen dat de cliënt op basis van het begeleidingsplan weet wat er tijdens de begeleiding gebeurt en waarom dat gebeurt. De cliënt dient te weten wat hij concreet kan verwachten van aanbieder maar ook waar hij of zij zelf aan moet werken om de doelen te behalen.
  • De aanbieder kan aantonen dat het begeleidingsplan altijd in aanwezigheid van de cliënt wordt opgesteld. (Tenzij het echt niet mogelijk is dit samen met cliënt te doen, dan kan dit samen met de wettelijk vertegenwoordiger of mentor.)
  • De aanbieder kan aantonen dat de cliënt binnen de kaders van het begeleidingsplan kan kiezen voor die vormen van ondersteuning die het beste aansluiten bij de eigen wensen, voorkeuren en gebruiken.
  • De aanbieder kan aantonen dat er tussen de aanbieder en de cliënt afspraken gemaakt worden over de gewenste persoonlijke invulling van een groot aantal aspecten van de ondersteuning. Deze afspraken dienen beschreven te staan in het begeleidingsplan dat de aanbieder en de cliënt samen vaststellen.
  • De aanbieder kan aantonen dat het begeleidingsplan voor akkoord is ondertekend door cliënt of diens vertegenwoordiger inclusief dagtekening. Indien de cliënt niet akkoord is met het begeleidingsplan dan dient het plan voor gezien te zijn ondertekend, voorzien van een inhoudelijke toelichting van cliënt op welke punten het begeleidingsplan de cliënt niet akkoord is.
  • De aanbieder kan aantonen dat, indien de cliënt het wenst, mantelzorgers/naasten nadrukkelijk betrokken worden in het ondersteuningsproces. Dit wordt in het begeleidingsplan geborgd. De aanbieder vraagt de cliënt en de mantelzorgers/naasten naar de gewenste en mogelijke hulp van mantelzorgers/naasten. De aanbieder stemt de professionele ondersteuning hierop af. De aanbieder legt alle afspraken met cliënt en mantelzorgers/naasten vast in het begeleidingsplan.

2.7 PvE

2.9.1 PvE

2.9.2 PvE

1.3

De zorgaanbieder heeft de reikwijdte van de ondersteuning vastgelegd.

  • De aanbieder kan aantonen dat de concrete werkafspraken en praktische afspraken omtrent de aard, de aanpak, de uitvoer en de frequentie (denk aan: datum aanvang werkzaamheden, op welke dagen, eenheden, passend in het dag/weekprogramma) van de begeleiding zijn vastgelegd in het begeleidingsplan;
  • De aanbieder kan aantonen dat de door de Gemeente geformuleerde doelen en het verwachte tijdspad waarbinnen de doelen gerealiseerd moeten zijn, zijn vastgelegd in het begeleidingsplan;
  • De aanbieder kan aantonen dat de verdere uitwerking van de doelen door de aanbieder in subdoelen met tijdspad is vastgelegd in het begeleidingsplan;
  • De aanbieder kan aantonen dat in het begeleidingsplan omschreven staat welke begeleiding er concreet door de aanbieder wordt geboden aan cliënt en indien van toepassing diens netwerk om deze subdoelen te realiseren;
  • De aanbieder kan aantonen dat in het begeleidingsplan beschreven staat hoe aanbieder bij de realisatie van de doelen gebruik gaat maken van algemene en beschikbaar voorliggende voorzieningen en het netwerk van de cliënt en andere bij de cliënt betrokken zorgverleners.
  • De aanbieder kan aantonen dat in het begeleidingsplan eventuele afspraken met vrijwilligers, mantelzorgers en zorgaanbieders zijn opgenomen.

2.7.5

1.4

Het begeleidingsplan bevat doelen die enerzijds zijn afgestemd op de doelen van het ondersteuningsplan van Carins en anderzijds in samenspraak met de

cliënt zijn gemaakt.

  • De aanbieder kan aantonen dat het ondersteuningsplan van de cliënt de basis is voor het op te stellen begeleidingsplan en de evaluatieverslagen.
  • De aanbieder kan aantonen dat in het begeleidingsplan beschreven staat hoe de begeleiding uitgevoerd gaat worden om zo de dienstverleningsopdracht succesvol te realiseren.

2.7 PvE

1.5

De inhoud van het begeleidingsplan, waaronder de doelen, worden regelmatig geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. De aanbieder heeft hierbij aandacht voor veranderingen in de situatie van de cliënt en speelt hier actief op in.

  • In het begeleidingsplan staat beschreven hoe en wanneer het begeleidingsplan met cliënt wordt geëvalueerd en bijgesteld.
  • De aanbieder kan aantonen dat periodiek (minimaal 2x per jaar m.u.v. dagbesteding) de begeleiding en het begeleidingsplan met cliënt wordt geëvalueerd en dat hiervan een verslag/samenvatting gemaakt wordt. In het verslag/samenvatting dienen ieder geval de volgende gegevens opgenomen te zijn:
    1. NAW- en contactgegevens van cliënt en indien van toepassing het unieke identificatienummer van de cliënt zoals gehanteerd door de gemeente;
    2. Datum evaluatie en namen betrokkenen bij de evaluatie;
    3. Korte situatieschets;
    4. Het door de gemeente geformuleerde doel(en);
    5. Het door de aanbieder geformuleerde subdoel(en) (per doel);
    6. Een zo concreet mogelijke beschrijving van het behaalde resultaat per doel en per subdoel;
    7. Een zo concreet mogelijke beschrijving van redenen en/of oorzaken waarom doelen niet zijn behaald.

2.7.5 PvE

2.7.8 PvE

1.6

De aanbieder werkt resultaatgericht.

  • In het begeleidingsplan wordt concreet beschreven hoe en in welke stappen de aanbieder het doel of de

doelen zoals gesteld door Carins gaat realiseren inclusief praktische subdoelen en een bijbehorend tijdspad.

2.7.2

1.7

De aanbieder stelt de medewerker van Carins in de gelegenheid de regie te voeren over de ondersteuning voor cliënten.

  • De aanbieder kan aantonen dat de in te zetten medewerkers het signaleren als de ondersteuning niet meer passend is. Zij voeren hierover overleg met de cliënt, Carins/Gemeentelijke toegang en eventueel overige betrokken hulpverleners. Als Gemeentelijke toegang/Carins het nodig of wenselijk acht, wordt het ondersteuningsplan, de dienstverleningsopdracht en indien nodig het begeleidingsplan van de cliënt op die punten aangepast.
  • De aanbieder houdt de regie over het begeleidingsplan, Gemeente/Carins over het ondersteuningsplan. Aanbieder en Gemeente leggen signalen en eventuele afspraken over aanpassingen en verbeteringen vast.

2.7.7

Kwaliteitssysteem

 

Kwaliteitscriterium

Operationele eisen

Waar terug te

vinden

2.1

De aanbieder is gericht op continue kwaliteitsverbetering van de ondersteuning.

  • De aanbieder kan aantonen gedurende de gehele looptijd van de overeenkomst in het bezit te zijn van een passend en gecertificeerd kwaliteitssysteem.
  • De aanbieder kan aantonen dat de scope van het kwaliteitsmanagementsysteem afgestemd is op de producten waarvoor de aanbieder is gecontracteerd.
  • De aanbieder kan aantonen dat het kwaliteitsmanagementsysteem eens in de twee kalenderjaren (los van de toetsing voorafgaand, na de start van de overeenkomst de eerste keer op uiterlijk 31 - 12-2025) onafhankelijk getoetst wordt door een IRCA7 opgeleide en gediplomeerde lead auditor.

Vanzelfsprekend moet het oordeel van deze auditor positief zijn.

2.3 PvE

en format verklaring inhoud kms

2.2

De aanbieder beschikt over een klachtenprocedure.

  • De aanbieder kan aantonen dat de cliënt schriftelijk geïnformeerd is over zijn klachtenprocedure; ondersteund met een mondelinge toelichting bij de start van de dienstverlening.
  • De aanbieder kan aantonen dat in het kwaliteitshandboek of andere vorm van gedocumenteerde informatie over het kwaliteitsmanagementsysteem de klachtenprocedure beschreven staat. Deze klachtenprocedure dient een onafhankelijke klachtenfunctionaris, een klachtenregistratie en een verbeterprotocol te bevatten. De klachtenprocedure dient begrijpelijk te zijn voor de cliënt ongeacht zijn of haar begripsniveau.

3.2.6 PvE

2.3.69

PvE

2.3

De aanbieder beschikt over een privacyregeling.

  • In het kwaliteitsmanagementsysteem of kwaliteitshandboek staat informatie over de omgang in de praktijk met de regels die voortvloeien uit de AVG, zoals beveiliging van systemen, verklaring

gebruik persoonsgegevens en meldcode datalekken.

2.3 PvE

2.4

De aanbieder heeft een vorm van medezeggenschap voor cliënten geregeld.

  • De aanbieder heeft vastgelegd hoe cliëntenparticipatie (medezeggenschap) wordt vormgegeven;

2.3 PvE

2.5

De aanbieder meet de ervaringen van cliënten.

  • De aanbieder kan aantonen dat hij minimaal eenmaal per drie (3) jaar een cliëntervaringsonderzoek uitvoert.

2.3.13

PvE

2.6

Ervaringsonderzoek medewerkers.

  • De aanbieder kan aantonen dat hij minimaal eenmaal per drie (3) jaar een medewerkerservaringsonderzoek uitvoert.

2.3.13

PvE

Veiligheid

 

Kwaliteitscriterium

Operationele eisen

Waar terug te vinden

3.1

De aanbieder heeft een kwaliteitsmanagementsysteem.

  • Het kwaliteitssysteem moet gelet op de grootte en omvang van aanbieder passend zijn. Daarnaast moet de scope5 van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn afgestemd op de producten waarvoor aanbieder is gecontracteerd.
  • Het kwaliteitsmanagementsysteem is vastgelegd in een kwaliteitshandboek of een andere vorm van gedocumenteerde informatie en omvat minimaal de volgende onderwerpen:
    • algemeen beleid;
    • kwaliteitsbeleid;
    • visie;
    • missie;
    • SMART geformuleerde doelstellingen aangevuld met prestatie-indicatoren voortvloeiend uit het kwaliteitsbeleid van aanbieder;

2.3 PvE

3.2

De aanbieder heeft een incidentenmeldingssysteem

  • De aanbieder kan aantonen dat er beleid en een systeem is voor het vastleggen en verwerken van klachten, incidenten en calamiteiten en de wijze waarop deze leiden tot verbeteracties (PDCA).
  • De aanbieder kan aantonen dat er bij calamiteiten voldaan wordt aan de verplichting om zo snel mogelijk maar binnen uiterlijk 72 uur na plaatsvinden een melding te doen bij de toezichthouder van

Gemeente via een daarvoor bedoeld formulier op de website van de Gemeente Smallingerland.

2.3 PvE

3.3

De cliënt wordt correct en respectvol bejegend.

  • De aanbieder kan aantonen dat de cliënt correct en respectvol bejegend wordt.
  • De aanbieder waarborgt de privacy van de cliënt volgens een opgesteld beleidskader dat ziet op bescherming van persoonsgegevens, zoals omschreven in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
  • De aanbieder kan aantonen dat gedrags- en/of huisregels aanwezig zijn op locatie.

3.2.2

PvE 2.8.12

PvE

2.10 PvE

2.1.1

PvE

3.4

De aanbieder beperkt de veiligheidsrisico's. Kinderen worden beschermd tegen gevaren die hun ontwikkeling beperken.

  • De aanbieder kan aantonen dat er is vastgelegd hoe er wordt omgegaan met cliëntveiligheid (agressie, medicatieveiligheid, brandveiligheid/veilige woonomgeving);
  • De aanbieder kan aantonen dat de medewerker signaleert en handelt bij vermoedens van misbruik of mishandeling op de wijze zoals is vastgelegd in de van toepassing zijnde Wet Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling (zoals vertaald in de meldcode van Veilig Thuis Friesland), de meldplicht calamiteiten en de meldplicht geweld. Tevens kan de aanbieder aantonen dat er risico- inventarisatie en evaluatie toegepast wordt;
  • De aanbieder kan aantonen dat er sprake is van personeel dat is geschoold in omgaan met agressie en BHV, waarbij aanwezigheid van cliënten er minimaal 1 BHV-er aanwezig is op locatie.
  • De aanbieder kan aantonen dat bij iedere cliënt waarbij één of meerdere kinderen zijn betrokken, gewerkt wordt met de kindcheck en de meest recente versie van de meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling.

2.3.5

PvE 2.1.2

PvE

5.1 PvE

3.5

De aanbieder zorgt ervoor dat een acuut onveilige situatie direct wordt opgeheven.

  • De aanbieder zorgt ervoor dat zijn medewerkers adequaat handelen in geval van signalen die wijzen op bedreiging van de veiligheid van cliënt en draagt zorg dat deze signalen direct worden doorgeleid naar de Gemeente, Gemeentelijk toezichthouders of door de Gemeente aan te wijzen derde(n).
  • De aanbieder zorgt ervoor dat deze signalen in overleg met de Gemeente worden omgezet in concrete acties door aanbieder dan wel door inschakeling van andere bij cliënt betrokken dienstverlenende instanties en professionals op het gebied van wonen, welzijn, participatie, hulp, ondersteuning en zorg.

5.1 PvE

3.6

De aanbieder heeft taken en verantwoordelijkheden vastgelegd conform geldende wet- en regelgeving.

  • De aanbieder handelt integer en voldoet en houdt zich voorafgaand en gedurende de looptijd van de overeenkomst onverkort aan alle vigerende wet- en regelgeving waaronder niet limitatief:
    • beleidskader dat ziet op bescherming van persoonsgegevens, zoals omschreven in de AVG;
    • Register van verwerkingen, zoals omschreven in de AVG;
    • Register datalekken, zoals omschreven in de AVG;
    • Data Protection Impact Assessment, zoals omschreven in de AVG;
    • Functionaris Gegevensbescherming (FG) is aangesteld.

2.1.3

PvE 2.1.1

PvE

   
  • De aanbieder kan aantonen te voldoen aan de voor zijn organisatie of branche van toepassing zijnde (beroeps-)codes, CAO, normen en richtlijnen.
 

3.7

De aanbieder heeft professionals in dienst met een verklaring omtrent gedrag (VOG).

  • De aanbieder kan aantonen dat medewerkers die contacten hebben met cliënten (en daarnaast ook bestuurders en directie) in het bezit zijn van een geldige Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Deze verklaring dient specifiek voor de betreffende functie te zijn afgegeven en is maximaal 5 jaar geldig.

Blz. 39 PvE

3.8

De zorgaanbieder beschikt over een fysieke leefomgeving en klimaat die van goede kwaliteit is.

  • De aanbieder kan aantonen dat:
    • de ondersteuningslocatie waar de groepsondersteuning door aanbieder wordt geboden voldoet aan de wettelijke eisen (o.a. maar niet limitatief (brand)veiligheid en de bestemmingsvoorwaarden dat er zorg mag worden verleend op het betreffende adres),
    • de ondersteuningslocatie waar de groepsondersteuning door aanbieder wordt geboden passend, schoon, veilig, geschikt en toegankelijk is voor de doelgroep en de benodigde faciliteiten bevat voor de doelgroep.
    • deugdelijke apparatuur/hulpmiddelen waar nodig aanwezig zijn. Periodiek (volgens eventuele voorschriften van het specifieke apparaat/hulpmiddel) worden deze gecontroleerd op veiligheid.

2.10 PvE

Medewerkers en vrijwilligers

 

Kwaliteitscriterium

Operationele eisen

Waar terug te vinden

4.1

De aanbieder maakt gebruik van vakbekwame medewerkers, wat betekent dat de medewerker passend is opgeleid en bijgeschoold.

  • De aanbieder kan aantonen dat alle medewerkers voldoen aan de opleidingseisen zoals benoemd in annex 1 en annex 2 behorend bij de overeenkomst Wmo. Deze opleidingseisen staan beschreven in bijlage 1 en 2 van dit toetsingskader.

5.2 PvE

4.2

De aanbieder heeft een verantwoord personeelsbeleid.

  • De aanbieder kan aantonen dat er sprake is van:
    • deskundigheidsbevordering (scholing en bijscholing)
    • een ziekteverzuimbeleid
    • het voeren van ontwikkelgesprekken met medewerkers
    • de meest actuele CAO-standaard, indien deze wordt gehanteerd
    • aanwezigheid van een vrijwilligers- en personeelsbeleid
    • kwalificering passend bij functie. Professionals weten waar hun expertise begint en eindigt
    • taken/verantwoordelijkheden van medewerkers staan beschreven en er wordt per ondersteuning vastgesteld wat de benodigde deskundigheid is
    • personeel dat is geschoold in omgaan met agressie en BHV, waarbij in aanwezigheid van cliënten er minimaal 1 BHV-er aanwezig is op locatie

2.3 blz.

26 PvE

4.3

De aanbieder maakt op een passende manier gebruik van vrijwilligers en

ervaringsdeskundigen.

  • De aanbieder kan aantonen dat:
    • Ondersteunende medewerkers enkel ingezet worden na instemming van de cliënt.
    • Ondersteunende medewerkers boventallig ingezet worden, naast de professional.
    • De stagiairs altijd onder aansturing en verantwoordelijkheid van de professional werken.
    • De professional altijd de regie heeft en het aanspreekpunt is.
    • De inzet van ondersteunende medewerkers plaatsvindt in combinatie met en onder toezicht en verantwoordelijkheid van de professional.
    • Er duidelijke schriftelijke afspraken gemaakt zijn over de taken en verantwoordelijkheden tussen de professional en ondersteunende medewerkers.
    • De professional het begeleidingsplan opstelt, nadat hij zelf de situatie van de cliënt en diens omgeving heeft beoordeeld.
    • Ondersteunende medewerkers nooit taken uitvoeren die uitsluitend zijn voorbehouden aan professionals.

5.4 PvE

Rechtmatigheid

 

Onderwerp

Operationele eisen

Waar terug te vinden

5.1

Winsten en uitkeringen

  • Gemeente accepteert niet zonder een valide opgaaf van redenen dat aanbieder excessief hoge bedrijfsresultaten (winsten) behaalt (> 5%), excessief hoge kosten, rendementen voor eigenaren/aandeelhouders en/of opbrengsten voor directie/bestuurders realiseert;
  • De aanbieder voldoet aan de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sectoren (WNT).

2.4. PvE

5.2

Jaarrekening en productieverantwoording

  • De aanbieder publiceert de jaarcijfers op www.jaarverantwoordingzorg.nl.
  • Aanbieder is verantwoordelijk voor de rechtmatigheid van de fiscale rubricering en verantwoord jaarlijks uiterlijk in april de realisatie in het voorgaande jaar op basis van een financiële productieverantwoording in lijn met het vigerende "Algemeen Accountantsprotocol Financiële Productieverantwoording Wmo 2015 en Jeugdwet".

3.2.2.2

Offerteaanvraag

2.4 PvE

2.2.4 PvE

5.3

Declaraties

  • Aanbieder declareert per kalendermaand en alleen direct aan de cliënt toewijsbare minuten en/of dagdelen die daadwerkelijk geleverd zijn.
  • Declaraties worden uiterlijk binnen dertig kalenderdagen na afloop van de betreffende kalendermaand ingediend.

2.2.2 PvE

5.4

Onderaannemerschap

  • De hoofdaanbieder kan aantonen dat hij minimaal 50% van de zorg zelf uitvoert.

4.1 PvE

5.5

Administratie

  • De aanbieder voert een deugdelijke administratie, waarbij in ieder geval inkomsten, uitgaven, verplichtingen, cliëntdossiers en verantwoording te herleiden zijn naar bron en bestemming:
    • de geleverde inzet wordt geregistreerd;
    • de activiteiten van de aanbieder in het kader van deze overeenkomst in de bedrijfsadministratie financieel worden onderscheiden van andere activiteiten van de aanbieder;
    • c) de ontvangsten en betalingen duidelijk traceerbaar zijn naar bron en bestemming en duidelijk is wie op welk moment welke verplichtingen voor of namens de aanbieder is aangegaan.

2.2.3 PvE

ggdffgdfgd

Bijlage 1 Bevoegdheden Wmo-toezichthouder

De bevoegdheden van de toezichthouder Wmo zijn opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo).

Omgang met (bijzondere) persoonsgegevens en (cliënt)dossiers

Inzage alle zakelijke gegevens (art 5:17 Awb)

  • Een toezichthouder is bevoegd inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden.
  • Hij is bevoegd van de gegevens en bescheiden kopieën te maken.
  • Indien het maken van kopieën niet ter plaatse kan geschieden, is hij bevoegd de gegevens en bescheiden voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een door hem af te geven schriftelijk bewijs.

Inzage dossiers

  • De toezichthoudende ambtenaren zijn, voor zover dat voor de vervulling van hun taak noodzakelijk is en in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, bevoegd tot inzage van dossiers (Art. 6.1, lid 2 Wmo).
  • Voor zover de toezichthoudende ambtenaar door inzage in bescheiden bij de vervulling van zijn taak dan wel door verstrekking van gegevens in het kader een melding als bedoeld in artikel 3.4, gegevens, daaronder begrepen bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, heeft verkregen, ter zake waarvan de beroepskracht uit hoofde van zijn beroep tot geheimhouding verplicht is, geldt gelijke verplichting voor de toezichthoudende ambtenaar, onverminderd het bepaalde in artikel 5.2.4 (Art. 6.1, lid 3 Wmo).

Medewerking

  • Een ieder is verplicht aan een toezichthouder binnen de door hem gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden (Art. 5:20 Awb).
  • Zij die uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift verplicht zijn tot geheimhouding, kunnen het verlenen van medewerking weigeren, voor zover dit uit hun geheimhoudingsplicht voortvloeit (Art. 5:20 Awb).

Geheimhoudingsplicht toezichthouder

  • Voor zover de toezichthoudende ambtenaar door inzage in bescheiden bij de vervulling van zijn taak dan wel door verstrekking van gegevens in het kader een melding als bedoeld in artikel 3.4, gegevens, daaronder begrepen bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, heeft verkregen, ter zake waarvan de beroepskracht uit hoofde van zijn beroep tot geheimhouding verplicht is, geldt gelijke verplichting voor de toezichthoudende ambtenaar, onverminderd het bepaalde in artikel 5.2.4 (Art. 3.4 lid 3 Wmo).
  • Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit (Art. 2:5, lid 1 Awb).

Verstrekken gegevens aan de toezichthouder (art. 3.4 Wmo)

De aanbieder en de beroepskrachten die voor hem werkzaam zijn, verstrekken bij en naar aanleiding van een melding als bedoeld in het eerste lid aan de toezichthoudende ambtenaar de gegevens, daaronder begrepen persoonsgegevens, gegevens betreffende de gezondheid en andere bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, voor zover deze voor het onderzoeken van de melding noodzakelijk zijn.
Persoonsgegevens als bedoeld in het tweede lid, ten aanzien waarvan de aanbieder of de beroepskracht op grond van een wettelijk voorschrift of op grond van zijn ambt of beroep tot geheimhouding is verplicht, worden uitsluitend zonder toestemming van betrokkene verstrekt, indien deze niet meer in staat is de toestemming te geven dan wel dit noodzakelijk kan worden geacht ter bescherming van cliënten.

Overige bevoegdheden

Het betreden van plaatsen (art. 5:15 Awb)

Een toezichthouder is bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, elke plaats te betreden met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner. Zo nodig verschaft hij zich toegang met behulp van de sterke arm. Hij is bevoegd zich te doen vergezellen door personen die daartoe door hem zijn aangewezen.
12

Invorderen van inlichtingen (art. 5:16 en 5:16a Awb)

Een toezichthouder is bevoegd inlichtingen te vorderen. Een toezichthouder is bevoegd van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

Onderzoek zaken (art. 5:18 Awb)

Een toezichthouder is bevoegd zaken te onderzoeken, aan opneming te onderwerpen en daarvan monsters te nemen. Hij is bevoegd daartoe verpakkingen te openen.

Verwerking en verstrekking (persoons)gegevens

  • De toezichthoudende ambtenaren zijn bevoegd tot het verwerken van persoonsgegevens, waaronder persoonsgegevens betreffende de gezondheid, van de cliënt, alsmede persoonsgegevens, waaronder persoonsgegevens betreffende de gezondheid en andere bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, betreffende personen die betrokken bij calamiteiten, geweld bij de verstrekking van een voorziening, huiselijk geweld of kindermishandeling, voor zover deze zijn verkregen bij de uitoefening van het toezicht, bedoeld in artikel 4.3.1, 6.1 of 6.2, en noodzakelijk zijn voor een goede uitoefening van het toezicht of het nemen van maatregelen ter handhaving van wettelijke voorschriften.
  • De toezichthoudende ambtenaren zijn de verantwoordelijken voor de verwerking, bedoeld in het eerste lid. De aanbieder en de beroepskrachten die voor hem werkzaam zijn, verstrekken bij en naar aanleiding van een melding als bedoeld in het eerste lid aan de toezichthoudende ambtenaar de gegevens, daaronder begrepen persoonsgegevens, gegevens betreffende de gezondheid en andere bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, voor zover deze voor het onderzoeken van de melding noodzakelijk zijn. Toezichthoudende ambtenaren zijn bevoegd uit eigen beweging en desgevraagd verplicht persoonsgegevens, waaronder persoonsgegevens betreffende de gezondheid, die zijn verkregen ten behoeve van de uitoefening van het toezicht, bedoeld in artikel 6.1, te verstrekken aan het college, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van artikel 2.1.4, 2.1.5, 2.3.6, 2.3.9, 2.3.10 of 2.4.3 door het
Bijlage 2 Opleidingseisen (HBO)

Relevante HBO-opleidingen uit het CROHO-register

Onderdeel

Opleidingscode

Naam opleiding voluit

Internationale naam

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

34507

HBO Toegepaste Psychologie

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

81006

HBO Toegepaste Psychologie

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

30114

HBO Applied Psychology

 

GEZONDHEIDSZORG

4075

HBO Jeugdpsychologie

 

GEZONDHEIDSZORG

34075

HBO Jeugdpsychologie

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

6853

HBO psychologie vanuit biologisch en cognitivistisch perspectief

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

70193

HBO M Master in Toegepaste Psychologie voor professionals

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

70193

HBO M Toegepaste Psychologie voor Professionals

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

40019

HBO M Jeugdzorg

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

49146

HBO M Master Interprofessioneel werken met Jeugd

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

5158

HBO Pedagogiek

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

35158

HBO Pedagogiek

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

5160

HBO Hogere kaderopleiding pedagogiek

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

5206

HBO Hogere kaderopleiding pedagogiek

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

44113

HBO M Pedagogiek

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

60381

HBO M Pedagogiek

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

4617

HBO Sociaal pedagogische hulpverlening

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

34617

HBO Sociaal Pedagogische Hulpverlening

B Social Educational Care

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

81032

HBO Sociaal Pedagogische Hulpverlening

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

 

HBO Inrichtingswerk (voorloper SPH)

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

4600

HBO Hoger Pedag en Sociaal - Agog. Onderwijs

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

81028

HBO Social Work (voorheen Sociale Academie)

B Social Work

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

34116

HBO Social Work (voorheen Sociale Academie)

B Social Work

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

34608

HBO Sociaal Werk

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

44116

HBO M Social Work

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

49500

HBO M Social Work (joint degree)

M Social Work (joint degree)

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

70161

HBO M Social Work & Innovation

M Social Work & Innovation

GEZONDHEIDSZORG

40101

HBO M Health Care and Social Work

M Health Care and Social Work

GEZONDHEIDSZORG

70023

HBO M Health Care and Social Work

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

70162

HBO M European Master in Social Work

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

34616

HBO Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

B Social Work and Social Services

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

4616

HBO Maatschappelijk werk en dienstverlening

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

34610

HBO Culturele en Maatschappelijke Vorming

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

4610

HBO Culturele en maatschappelijke vorming

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

30114

HBO Applied Behavioral and Social Sciences

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

50011

HBO Gedrag en Samenleving

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

56619

HBO Sociaal-Culturele Wetenschappen

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

6619

HBO Sociaal-culturele wetenschappen

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

66619

HBO M Sociaal-Culturele Wetenschappen

 

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

4644

HBO Creatieve therapie

 

GEZONDHEIDSZORG

34506

HBO Kunstzinnige Therapie

B Arts Therapies

GEZONDHEIDSZORG

34585

HBO Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie

B Psychomotor Therapy/Psychomotricity

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

34644

HBO Creatieve Therapie

B Arts Therapies

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

34644

HBO Vaktherapie

B Arts Therapies

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

39207

HBO Danstherapie

 

GEZONDHEIDSZORG

49303

HBO M Vaktherapie

M Arts Therapies

GEZONDHEIDSZORG

49108

HBO M International Master of Arts Therapies

M International Master of Arts Therapies

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

39199

HBO Counselling

B Counselling

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

70118

HBO M Contextuele Hulpverlening

 

x

overstijgend

HBO -HSAO – Bachelor diploma: uitstroomprofiel jeugdzorgwerker: CROHO overstijgend.

 

GEZONDHEIDSZORG

04560

HBO Opleiding tot verpleegkundige

 

GEZONDHEIDSZORG

04565

HBO opleiding tot verpleegkundige in de maatschappelijke gezondheidszorg

 

GEZONDHEIDSZORG

39283

HBO Verpleegkunde

 

GEZONDHEIDSZORG

ntb

HBO Regie wijkverpleegkundige

 

GEZONDHEIDSZORG

34574

HBO Ergotherapie

*

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

04641

HBO Sociaal-juridische dienstverlening

*

GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ

34641

HBO Sociaal-Juridische Dienstverlening

*

 * maximaal 50% van het team; rest dient zorgrelevant geschoold te zijn (opleiding waar geen * achter staat)

Bijlage 3 Opleidingseisen (MBO)

Relevante MBO-opleidingen uit het Crebo-register

Opleidingsdomein 15. Zorg en welzijn

Crebo nummer

Crebo naam

Soort opleiding

Niveau

92661

Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg

middenkaderopleiding

4

92662

Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen

middenkaderopleiding

4

92631

Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg

middenkaderopleiding

4

92670

Sociaal-maatschappelijk dienstverlener

middenkaderopleiding

4

95520

Mbo-Verpleegkundige (incl. BIG-registratie)

middenkaderopleiding

4

92650

Medewerker maatschappelijke zorg

vakopleiding

3

95530

Verzorgende-IG

vakopleiding

3

91370

Sociaal-cultureel werker*

middenkaderopleiding

4

Oude Crebo-nummers (betreft opleidingen van voor de herziening van de kwalificatiedossiers 2012)

Crebo nummer

Crebo naam

Soort opleiding

Niveau

10431

Sociaal Dienstverlener

middenkaderopleiding

4

10433

Sociaal Pedagogisch Werker

middenkaderopleiding

4

10743

Sociaal Pedagogisch Werker 4 (SPW 4)

middenkaderopleiding

4

91430

Medewerker gehandicaptenzorg niveau 4

middenkaderopleiding

4

92661

Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg)

middenkaderopleiding

4

92662

Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen)

middenkaderopleiding

4

92670

Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (Sociaal-maatschappelijk dienstverlener)

middenkaderopleiding

4

92660

Maatschappelijke Zorg 4

middenkaderopleiding

4

25473

Agogisch medewerker GGZ

middenkaderopleiding

4

25476

Begeleider specifieke doelgroepen

middenkaderopleiding

3

25473

Thuisbegeleider

middenkaderopleiding

4

 

Z-verpleegkundige (incl. BIG-registratie)

 

4

10426

Verpleegkundige (incl. BIG-registratie)

middenkaderopleiding

4

71502

Verpleegkundige (incl. BIG-registratie)

middenkaderopleiding

4

92600

MBO-Verpleegkundige (incl. BIG-registratie)

middenkaderopleiding

4

93510

MBO-Verpleegkundige (incl. BIG-registratie)

middenkaderopleiding

4

95520

Mbo-Verpleegkundige (incl. BIG-registratie)

middenkaderopleiding

4

92601

MBO-Verpleegkundige (Geestelijke Gezondheidszorg)

middenkaderopleiding

4

92602

MBO-Verpleegkundige (Gehandicaptenzorg)

middenkaderopleiding

4

92603

MBO-Verpleegkundige (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg en thuiszorg) (incl. BIG-registratie)

middenkaderopleiding

4

92604

MBO-Verpleegkundige (Ziekenhuiszorg) (incl. BIG-registratie)

middenkaderopleiding

4

10742

Sociaal Pedagogisch Werker 3 (SPW 3)

vakopleiding

3

10744

Sociaal Dienstverlener (SD)

vakopleiding

3

92650

Maatschappelijke Zorg (Medewerker maatschappelijke zorg)

vakopleiding

3

10427

Verzorgende (incl. BIG-registratie)

vakopleiding

3

71507

Verzorgende (incl. BIG-registratie)

vakopleiding

3

92610

Verzorgende (incl. BIG-registratie)

vakopleiding

3

93260

Verzorgende (incl. BIG-registratie)

vakopleiding

3

94830

Verzorgende-IG (incl. BIG-registratie)

vakopleiding

3

95530

Verzorgende-IG (incl. BIG-registratie)

vakopleiding

3

92611

Verzorgende (Geestelijke Gezondheidszorg) (incl. BIG-registratie)

vakopleiding

3

92612

Verzorgende (Gehandicaptenzorg) (incl. BIG-registratie)

vakopleiding

3

92614

Verzorgende (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg en thuiszorg)

vakopleiding

3

10432

Sociaal Cultureel Werker*

middenkaderopleiding

4

10746

Sociaal Cultureel Werker (SCW)*

middenkaderopleiding

4

91370

Sociaal-cultureel werker*

middenkaderopleiding

4

71503

Sport- en bewegingscoördinator*

middenkaderopleiding

4

10434

Activiteitenbegeleider*

middenkaderopleiding

4

22225

Zorg, Natuur en Gezondheid*

middenkaderopleiding

4

97555

Zorg, Natuur en Gezondheid*

middenkaderopleiding

3

Associate degrees (uit het CROHO-register)

Croho nummer

Croho naam

Internationale naam

80118

Ad Jeugdwerker

 

80119

Ad Welzijn en zorg voor ouderen

 

80120

Ad Sociaal Werk in de Zorg

Ad Social Work

80140

Ad Sociaal Werk

 

80145

Ad Social Work

Ad Social Work

80147

Ad Health & Social Work

Ad Health & Social Work

80907

Ad Sociaal Werk

 

80137

Ad Service, Welzijn & Zorg

Ad Service, Social Work & Health

80086

Ad Ervaringsdeskundige in de Zorg*

Ad Expert by Experience in Health & Welfare

80090

Ad Sociaal Financiële Dienstverlening*

Ad Social Financial Services

* = maximaal 50% van het team; rest dient zorgrelevant geschoold te zijn (opleiding waar geen * achter staat)