Registratie pgb-aanbieders Wmo

In deze bijlage zijn een aantal begrippen uit de vragenlijst nader beschreven. 

Ambulant Beschermd Wonen

In de regio Fryslân zijn dit de producten Thuisbasis en JongThuis. 

Begeleidingsplan

Het begeleidingsplan wordt door de aanbieder in samenspraak met de cliënt en zo mogelijk zijn of haar netwerk opgesteld. Het begeleidingsplan is de uitwerking van het ondersteuningsplan van Carins. 

In het begeleidingsplan wordt door aanbieder concreet beschreven hoe en in welke stappen hij het doel of de doelen zoals gesteld door Carins gaat realiseren. Het uitwerken van de hoe-vraag is aan de aanbieder en betekent dat de aanbieder de beschreven doelen verder uitwerkt in praktische subdoelen en een bijbehorend tijdspad. De acties die nodig zijn om de doelen te behalen worden in duidelijke stappen in het begeleidingsplan beschreven. 

Calamiteit (Wmo)

Een calamiteit in de Wmo is: “een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van een voorziening en die tot een ernstig schadelijk gevolg voor of de dood van een cliënt heeft geleid.” 

Voorbeelden van calamiteiten

• (On)natuurlijke dood van een cliënt; 
• Een gebeurtenis die heeft geleid of kan leiden tot ernstig en/of blijvend lichamelijk letsel bij een cliënt; 
• Een gebeurtenis die heeft geleid of kan leiden tot ernstig geestelijk lijden van een cliënt; 
• Ernstig grensoverschrijdend gedrag: fysiek, psychisch en/of seksueel door hulpverleners of andere cliënten. 

Ervaringsdeskundige

Ervaringskennis is, naast praktijkkennis en wetenschappelijke kennis een aparte en belangrijke kennisbron. Ervaringskennis wordt verkregen door ondervinding, die heeft geleid tot inzicht en betekenis. Wanneer ervaringskennis is verrijkt met ervaringskennis van anderen, spreken we over collectieve ervaringskennis. 
Ervaringsdeskundigen zetten hun collectieve ervaringskennis op professionele wijze in. Daarbij maken ze gebruik van competenties die ze opdoen door training, opleiding en praktijkervaring. Ervaringsdeskundigen kunnen vrijwilligers zijn of betaalde beroepskrachten. 

Formele ondersteuning

Ondersteuning die geboden wordt door een professional, die alleen een zakelijke relatie met de cliënt heeft en niet uit het sociaal netwerk van de cliënt komt. De professional is een beroepskracht die een passende registratie heeft bij de Kamer van Koophandel of in loondienst is bij een formele zorgaanbieder. 

Geldig VOG

Iedere medewerker die contact met cliënten heeft is in het bezit van een geldig VOG met een passend screeningsprofiel. Vrijwilligers en ervaringsdeskundigen zijn in het bezit van een passend VOG en als gebruik wordt gemaakt van vrijwilligers en ervaringsdeskundigen zonder VOG kan de aanbieder aantonen dat de veiligheid van cliënten wordt gewaarborgd. Een VOG is geldig als deze bij indiensttreding of bij een eerste aanvraag van een inwoner voor ondersteuning vanuit de Wmo niet ouder is dan 3 maanden en vervolgens niet ouder is dan 5 jaar.

Incident

Een incident is (in vergelijking met een calamiteit) een relatief lichte verstoring van de dagelijkse gang van zaken bij een zorgaanbieder. Het betreft een gebeurtenis die niet goed is gegaan, waarbij een cliënt schade heeft opgelopen, had kunnen oplopen of kan oplopen. Deze (mogelijke) schade is een onbedoelde en/of onverwachte uitkomst van zorg. 

Informele ondersteuning

Ondersteuning die geboden wordt door een persoon die geen formele ondersteuning biedt, zoals een familielid, vriend, iemand uit het sociaal netwerk van de cliënt of een beroepskracht die niet voldoet aan de gestelde (kwaliteits)eisen. 

Passend opgeleid en bijgeschoold

De aanbieder kan aantonen dat de medewerker passend (relevant en gericht op de benodigde ondersteuning) is opgeleid en actueel wordt bijgeschoold. Zie het Toetsingskader Wmo voor de opleidingseisen. 

Producten	Diploma op opleidingsniveau
Begeleiding Individueel Dagbesteding Participatiegerichte dagbesteding	Minimaal (inzet op een hoger niveau mag*): Mbo relevante opleiding op basis van CREBO8 (zie bijlage 2, annex 2), of;  Mbo niet-relevante opleiding of ervaring van een vergelijkbaar niveau (zie annex 2) dit wordt aangetoond op basis van een EVC/Vakbekwaamheidsbewijs, of;  Relevante Associate Degree opleiding (zie Toetsingskader Wmo , annex 2).

     
* Indien hoger niveau: 

• Hbo relevante opleiding op basis van CROHO of DUO9 (zie Toetsingskader Wmo, annex 1), of; 
• Hbo niet-relevante opleiding of ervaring van een vergelijkbaar niveau (zie Toetsingskader Wmo, annex 1) wat wordt aangetoond op basis van een EVC/Vakbekwaamheidsbewijs.

Sociaal netwerk

Personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de cliënt een sociale relatie onderhoudt.

Wet Bibob

De Wet Bibob staat voor ‘Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur’. Deze wet geeft overheidsinstanties (zoals een gemeente) de mogelijkheid om de achtergrond van bedrijven en personen met wie zij zakendoen, te screenen. 

Zorg in Natura (ZIN)

Ondersteuning die wordt geleverd door een zorgaanbieder waar de gemeente een contract mee heeft.