Meest gestelde vragen Ruimtelijk Ontwikkelperspectief

De gemeente heeft de meest gestelde vragen gebundeld. Op deze pagina vindt u de antwoorden over onderwerpen die gaan over het ontstaan, inhoud, inspraak en het vervolgtraject naar besluitvorming.

Ontstaan en inhoud 

Wat is het Ruimtelijk Ontwikkelperspectief Smallingerland? 

Het Ruimtelijk Ontwikkelperspectief Smallingerland (ROP Smallingerland) laat zien waar en hoe de gemeente Smallingerland ruimte wil geven aan wonen, werken en energie. Dit zijn de drie grootste ruimtelijke opgaven voor onze gemeente. We zoeken ruimte voor woningen, voor bedrijven en voor de opwek van duurzame energie. Daarbij houden we rekening met wat we waardevol vinden in de gemeente. Ook kijken we waar we ontwikkelingen kunnen combineren.

De drie ruimtelijke opgaven zijn niet nieuw. Een paar jaar geleden hebben we onze Omgevingsvisie opgesteld. Daarin staan al onze ambities, ook voor wonen, werken en energie. In de Omgevingsvisie hebben we opgeschreven wat we willen en wat we daarvoor nodig hebben. In het ROP koppelen we die ambities aan verschillende gebieden in Smallingerland. In het kort: van wat we willen naar waar en hoe we dat willen.

Waarom heeft de gemeente een Ruimtelijk Ontwikkelperspectief opgesteld? 

De gemeente heeft een Ruimtelijk Ontwikkelperspectief opgesteld omdat we zuinig zijn op onze ruimte. En omdat we een goed plan willen voor het verdelen van de ruimte voor wonen, werken en energie. Want deze drie opgaven vragen in onze gemeente de meeste ruimte. 

Over deze drie opgaven hebben we afspraken gemaakt met de buurgemeenten en met de provincie Fryslân. In onze Omgevingsvisie hebben we deze opgaven en ambities vastgelegd. We kunnen dus niet zomaar kiezen waar we wat zouden willen. Bovendien is er weinig ruimte. Niet alles kan overal. We moeten daarom goed nadenken over waar we de nodige woningen, bedrijventerreinen en opwek van duurzame energie een plaats willen geven. Want we gaan zorgvuldig om met ons landschap, met Drachten en de 13 dorpen. 
In het ROP doen we een voorstel hoe we de ruimte voor wonen, werken en energie op een goede manier kunnen verdelen.

De gemeente Smallingerland gaat de komende jaren groeien. Het aantal woningen zal in onze gemeente de komende 10 tot 25 jaar verder groeien. Dat komt vooral door veranderingen in de bevolkingssamenstelling (meer, maar kleinere huishoudens). Maar ook doordat we een aantrekkelijke woongemeente zijn. Ook bedrijven die al in onze gemeente zijn, worden soms groter en zoeken extra ruimte. Bovendien willen veel nieuwe bedrijven zich graag in onze gemeente vestigen. We hebben dus ook ruimte nodig voor extra bedrijventerreinen. En we moeten van het gas af. Een deel van onze energie zullen we zelf moeten opwekken. Omdat niet alle daken geschikt zijn, zoeken we ook ruimte voor zonneparken en misschien ook voor windmolens.

Hoe is het concept Ruimtelijk Ontwikkelperspectief tot stand gekomen?

We hebben eerst informatie verzameld over de afspraken die we als gemeente met de buurgemeenten en de provincie hebben gemaakt over wonen, werken en energie. We hebben ook gekeken naar de vragen die we kregen over wonen, werken en energie van investeerders, projectontwikkelaars en andere partijen. Verder hebben we gekeken naar mogelijke trends en  ontwikkelingen die we de komende jaren kunnen verwachten, zoals de mogelijke komst van de Lelylijn of een eventuele verhoging van het waterpeil in het veengebied in onze gemeente. Op basis van al deze informatie hebben we het Ruimtelijk Ontwikkelperspectief Smallingerland opgesteld.

Op basis waarvan heeft de gemeente keuzes gemaakt welke ontwikkelingen in welke deelgebieden zouden kunnen landen? 

Achter alle keuzes in het ROP zitten drie uitgangspunten, namelijk:

  1. het welzijn van de inwoners;
  2. de kwaliteit van de ruimte;
  3. meer maken met minder.

We lichten ze hieronder kort toe.

  • Het welzijn van de inwoners: We zorgen dat alle inwoners een veilige leefomgeving hebben, die op de toekomst is voorbereid. Er is genoeg ruimte voor water en groen, sport, spel en ontmoeting in de buurt. 
  • Kwaliteit van de ruimte: Ons landschap en onze cultuurhistorie geven kwaliteit aan wonen en leven in onze gemeente en zijn daarom de basis voor verdere ontwikkeling.
  • Meer maken met minder: Omdat de ruimte beperkt is, moeten we slimme keuzes maken. We proberen goede combinaties te maken met ruimtelijke, sociale of economisch pluspunten. Het ontwikkelen van Campus Drachten, tussen het centrum en de vestiging van Philips, is daar een goed voorbeeld van. In dit gebied willen we bestaande gebouwen opnieuw gebruiken en ruimte maken voor nieuwe gebouwen. In deze gebouwen is onder andere ruimte voor (beginnende) bedrijven, voor onderwijs en voor woningbouw voor jongeren. Dat zorgt voor extra levendigheid in het centrum, zodat er ook meer mogelijkheden voor horeca, sport en ontspanning komen. 

Naast de bovenstaande uitgangspunten is uiteraard ook gekeken naar de meer specifieke spelregels die gelden rond ruimtelijke ordening. Onze keuzes moeten bijvoorbeeld ook passen binnen de provinciale omgevingsverordening, de ladder van duurzame verstedelijking en de Omgevingswet.  

Gaat het Ruimtelijk Ontwikkelperspectief alleen over wonen, werken en energie? 

Het ROP gaat vooral over wonen, werken (bedrijven) en de opwek van duurzame energie. De grootste vraag naar ruimte komt namelijk van deze drie opgaven. Maar we hebben ook aandacht voor andere vragen, zoals de aanleg van fietspaden en de kwaliteit van ons landschap. En we kijken bijvoorbeeld ook naar de mogelijkheden om bestaande bedrijventerreinen aantrekkelijker en groener te maken.

Waarom wordt er in het Ruimtelijk Ontwikkelperspectief onderscheid gemaakt tussen mogelijke ontwikkelingen die spelen tot 2035 en in de periode daarna (tot 2050)? 

De vraag naar woningen, werken (bedrijven) en energie is lastig te voorspellen en is van veel factoren afhankelijk waar wij geen invloed op hebben. Hoe verder wij vooruit kijken hoe onzekerder de vraag wordt. De verwachte ruimtevraag in het ROP is vooral gebaseerd op onafhankelijke onderzoeken. Deze onderzoeken naar verwachte behoefte aan woningen, bedrijventerreinen en duurzame energie worden periodiek in regionaal verband, meestal in opdracht van de provincie, opgesteld. In deze onderzoeken wordt onderscheid gemaakt in de verwachte vraag voor de middellange termijn (periode van 10 jaar) en de lange termijn (periode van 25 jaar). De concrete (programmering)afspraken die hieruit volgen hebben vaak betrekking op de middellange termijn: een periode  van 10 jaar.  

Als gemeente willen we later natuurlijk geen spijt krijgen van de ruimtelijke keuzes die we in de komende jaren maken. Daarom hebben wij in het ROP ook een doorkijk gemaakt naar 2050 en gekeken waar mogelijke ontwikkelingen nu al aanleiding geven om op in te spelen. Dus als we nu al weten dat in bepaalde deelgebieden in onze gemeente op termijn mogelijk het grondwaterpeil wordt verhoogd dan is het slim om daar nu al rekening mee te houden bij het maken van ruimtelijke keuzes. 

Hoe zijn de verschillende deelgebieden in het ontwikkelperspectief gekozen?

De verwachte vraag naar woningen, bedrijventerreinen en duurzame opwek van energie is niet in alle gebieden in onze gemeente even groot. Onze visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Smallingerland en de wettelijke of afgesproken spelregels voor ruimtelijke ordening waar wij ons aan te houden hebben, maken daarnaast dat niet in alle gebieden in dezelfde mate ruimte is voor het realiseren  van woningen, bedrijventerreinen of opwek van duurzame energie.  

Daarom hebben we in dit Ruimtelijk Ontwikkelperspectief ook een gebiedsgerichte uitwerking gemaakt. Zo zijn we in staat om vanuit een totale blik de verschillende  opgaven en ruimtevragen te bekijken, te verbinden en de volgorde te bepalen. We hebben de indeling van de deelgebieden gebaseerd op: 

  • Overeenkomstige functies in de huidige situatie; 
  • Verwachte vergelijkbare dynamiek en/of veranderingen in de toekomst. 

Dit heeft geleid tot 11 deelgebieden voor heel gemeente Smallingerland. 

Is al bepaald waar de woningen, zonneweides en windmolens binnen een deelgebied precies gaan komen? En heb ik als inwoner nog inspraak op deze keuze? 

Daar waar, als onderdeel van gemaakte afspraken, al wel duidelijkere  locatiekeuzes zijn gemaakt (bijvoorbeeld over de mogelijke  locatie voor uitbreiding van bedrijventerreinen) zijn deze locaties duidelijk in het ROP opgenomen. Voor veel van de voorgestelde ontwikkelingen in het ROP, zijn echter nog geen precieze locaties door de gemeente bepaald. Deze precieze locaties zullen pas bepaald worden nadat de ontwikkelprincipes zoals opgenomen in het ROP zijn vastgesteld. Want de ontwikkelprincipes geven richting aan hoe de ruimtelijke opgaven waar we mee worden geconfronteerd kunnen worden ingepast. 

Voordat we keuzes voor locaties aan onze inwoners voorleggen willen wij eerst van onze inwoners horen wat  zij van de voorgestelde ontwikkelprincipes vinden. In het participatietraject vragen wij daarom onze inwoners aan te geven wat zij het meest waardevol van hun dorp of wijk vinden en ze in de toekomst graag willen behouden of versterken. Ook vragen wij welke voorwaarden onze inwoners ons willen meegeven voor de toekomstige ontwikkeling van het deelgebied waar zij wonen of werken.

Inspraak en vervolgtraject naar besluitvorming

Waarom zijn inwoners en andere belanghebbenden niet eerder betrokken?  

De gemeente heeft te maken met veel en moeilijke ruimtelijke opgaven. Over veel van deze opgaven hebben we afspraken gemaakt met de provincie en met onze buurgemeenten. In onze Omgevingsvisie hebben we deze opgaven en ambities ook vastgelegd. We gaan ervan uit dat er tot 2035 veel ruimte nodig is voor wonen, werken (bedrijventerreinen) en de opwek van energie.  Door eerdere afspraken en regels over de ruimte kunnen we in dit stadium niet helemaal zelf kiezen waar wat komt. 

Omdat we als gemeente opkomen voor het algemeen belang, vonden we het belangrijk om eerst zelf goed na te denken. We willen laten zien hoe wij denken dat de grote ruimtelijke uitdagingen kunnen aanpakken. Zo hebben we een goede basis om open met inwoners in gesprek te gaan.

In hoeverre gaat mijn dorp of wijk door ontwikkelingen uit het Ruimtelijk Ontwikkelperspectief veranderen?

De gevolgen van het ROP verschilt  per dorp of wijk. In de deelgebieden waar veel ruimte wordt gezien om extra woningen, bedrijventerreinen en/of duurzame energie te realiseren, is de kans groot  dat delen van dorpen of wijken op termijn zullen gaan veranderen. Dit is dan ook de reden dat wij in het participatietraject niet alleen van inwoners horen wat zij van de voorgestelde keuzes vinden. Wij zijn ook vooral benieuwd naar welke elementen van een  dorp of de wijk inwoners in de toekomst willen behouden of versterken. En bijvoorbeeld naar de voorwaarden die u de gemeente zou willen meegeven voor mogelijke  ontwikkelingen die in de toekomst in uw omgeving plaats gaan vinden. Zodat wij kunnen kijken in hoeverre wij de opgenomen ontwikkelprincipes in het ROP naar de voorkeuren van onze inwoners kunnen aanpassen. 

Wat kan mijn inbreng op het ROP zijn?

Het ROP is een voorstel van de gemeente waar goed over nagedacht is. Maar het is nog niet af. Wij willen met de inwoners van Smallingerland over het ROP in gesprek gaan. Want u heeft vast ook ideeën of tips! 

Sommige dingen in het ROP staan al vast. We hebben bijvoorbeeld met de provincie of de buurgemeenten al verschillende afspraken gemaakt. Denk aan afspraken over hoeveel woningen we gaan bouwen of de extra oppervlakte voor bedrijven. Ook houden we vast aan onze aanpak voor de ruimtelijke ontwikkeling. Want die aanpak heeft te maken met hoe we kijken naar de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. Deze aanpak hebben we in onze Omgevingsvisie al vastgelegd. 

Toch is er nog veel te bespreken. Denk aan hoe we onze aanpak terugzien in de plekken en de omvang voor wonen, werken en energie. Of denk aan de volgorde in de aanpak die we voorstellen. Ook de voorwaarden die we verbinden aan de gemaakte keuzes kunnen worden verbeterd of veranderd.

Op welke wijze kan ik mijn inbreng delen met de gemeente of mijn vragen over het ontwikkelperspectief stellen?

Op verschillende plekken in de gemeente Smallingerland organiseren we bijeenkomsten. Ook bij u in de buurt. Op smallingerland.nl/ruimtelijk-ontwikkelperspectief kunt u zien waar en wanneer die bijeenkomsten zijn. Op onze website kunt u ook online reageren. Wilt u liever bellen? Dat kan via het algemene telefoonnummer van de gemeente: 0512 - 581 234.

Hoe gaat de gemeente om met mijn inbreng?

Van alle bijeenkomsten met inwoners wordt een participatieverslag gemaakt. Alle verslagen van de bijeenkomsten met inwoners worden gedeeld op de gemeentelijke website en is daarmee voor iedereen beschikbaar.. Het verslag beschrijft wat er tijdens de bijeenkomst is gezegd: de belangrijkste wensen, zorgen en vragen zonder de mening van de gemeente.

Op basis van alle participatie bijeenkomsten stelt de gemeente een algemene reactienota op. Hier leggen we uit hoe we de opgehaalde wensen en zorgen afwegen en in hoeverre we ze meenemen in het vervolgproces om te komen tot een definitieve versie van het ROP. De reactienota leggen we samen met de participatieverslagen ter advies voor aan het college van B&W en aan de gemeenteraad. 

Hoe ziet het proces naar besluitvorming eruit? 

Tot de zomer gaan we met onze inwoners in gesprek. We spreken ook met onze buurgemeenten, met de provincie en andere partijen. Na de zomer laten we een onderzoek uit voeren naar de effecten van de ruimtelijke keuzes op de omgeving. De uitkomsten van dit onderzoek worden vastgelegd in een OmgevingsEffectRapport (OER). Door pas na het participatieproces aan de slag te gaan met het onderzoek, hebben wij de mogelijkheid om ook varianten op de voorgestelde scenario’s m.b.t. waar en hoe de gemeente Smallingerland ruimte wil geven aan wonen, werken en energie hierin mee te nemen. 

We laten een onafhankelijke Commissie beoordelen of we het onderzoek naar de omgevingseffecten goed hebben gedaan. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek stellen we een definitief voorstel op. We verwachten dat we dat voorstel begin 2026 voorbesluitvorming kunnen voorleggen aan het college van B&W.